woensdag 21 september 2011

"Gestopt met sgool. Te druk met zijlen. Oh, wagt, lant in zigt!"

De kop van dit verhaal, wat ik las op Twitter, maakte mij aan het lachen. ‘Zeilmeisje Laura Dekker stopt met school’ stond in de krant, en dit ‘nieuws’ haalde zelfs het journaal. Ja, ‘nieuws’ heb ik bewust tussen aanhalingstekens gezet, om de doodsimpele reden dat ik het meer iets vind voor komkommertijd dan voor de dagen rondom de derde dinsdag in september.
Op Internet heeft iedereen weer een mening over Laura. De kampen zijn verdeeld: enerzijds de groep ‘Zie je wel, dat wilde ze al’ en ‘ze heeft leerplicht en ze moeten haar maar terughalen’, anderzijds de groep ‘ze leert zeilend veel meer dan ooit op school’ en ‘met zoveel initiatief komt deze meid er ook zonder opleiding wel’.
Mijn mening? Mmm, dat is een lastige. Enerzijds vindt ik dat regels en wetten in Nederland voor iedereen moeten gelden. Ook voor Laura, die inderdaad nog leerplichtig is. Anderzijds denk ik dat Laura al best wat wijsheid voorbij haar jaren heeft laten zien. Ja, toen ik voor het eerst hoorde over de plannen van deze dame, dacht ik: “ze is gek”. Dat dacht ik niet omdat ik het zo gek vond dat ze de wereld rond wilde, ik dacht dat omdat ze dat in eerste instantie met haar eerste Guppy wilde doen: een Hurley 800. Nou is dat een prima bootje, maar om daar nou de zeven zeeën mee te bevaren, dat vond ik vragen om moeilijkheden. Voor mij heeft ze wijsheid getoond door dat idee uit haar hoofd te zetten en Guppy II te kopen: een Jeanneau Gin Fizz, dertienplus meter. Kijk, dat zijn de maten, daar kan je nog eens een golfje mee pakken. Gerustgesteld door deze wijze beslissing, heb ik sindsdien niet meer nagedacht over Laura. Denk ik nog steeds niet veel over Laura.

Wist u dat er jaarlijks meer dan 30 duizend kinderen en jongeren voortijdig, dat wil zeggen, zonder startkwalificatie, hun school verlaten? Waarom dan deze ene eigenwijze puber er tussen uit halen en apart benoemen in het journaal? Laura heeft er zelf voor gekozen zich te richten op het overleven op zee, en ze heeft ergens nog wel gelijk ook. Als ik met 40 knopen wind de Pacific over zou moeten steken, zouden mijn prio’s ook niet echt bij het leren van Duitse woordjes liggen.
Voor al die andere kinderen is het vaak veel minder een keuze en veel meer gedwongen door de omstandigheden. Ze hebben leermoeilijkheden, soms ook nog gedragsmoeilijkheden, en een groot deel van deze voortijdige schoolverlaters passen gewoon simpelweg niet in het huidige onderwijssysteem. Voor hen is de kop van dit blog, echt het niveau waarop zij de Nederlandse Taal beheersen. Is er voor hen ook land in zicht?

vrijdag 16 september 2011

bootjestijd

Dan doe je mee aan een schrijfwedstrijd van de Esta. Helemaal blij dat je een eervolle vermelding krijgt. Minder gelukkig met de mededeling dat ze het ingekort hebben...

Hieronder het hele verhaal:

Het is begin maart en hoewel er een ijzige oostenwind staat, is de lucht strak blauw, en kan je je al verbeelden dat het voorjaar er is, mits je maar uit die wind en in de zon blijft. In mijn buitenwijk is het ook zichtbaar: kinderen spelen weer verstoppertje in het plantsoentje, de overbuurman repareert nou eindelijk zijn hekje, waar hij deze winter in de sneeuw tegenaan gegleden is, achter mij hangen maar liefst zes dekbedden buiten te luchten en mijn buurman loopt met dozen en zakken naar zijn auto. “Ga je naar de stort?” is mijn vraag als ik zie welke wonderlijke combinatie van spullen hij aan het inladen is. Het lijkt in niets op de bagage voor de wintersport?
“Ja, nu maar meteen, want over een maand is het weer bootjestijd en dan kan komt er in huis natuurlijk niets meer van terecht” zegt buurman.
Bootjestijd. Dat begint ergens in het voorjaar. Zo rond maart beginnen de eerste al, maar het hoogtepunt is tussen Pasen en Pinksteren. Die boot komt uit de vergetelheid die zo eenvoudig winterberging genoemd wordt, en moet voorzien worden van aangroeiwerende laagjes verf, zonwerende laklaagjes, roestwerende primertjes en vooral: verbeteringetjes ten opzichte van vorig seizoen. Vanaf een week of twee voor Pasen is er elke zaterdag- en zondagochtend een uittocht van mannen richting haventjes door heel Nederland: de boot moet klaar. Opeens staan de moeders weer langs het veld bij de hockey en de voetbal, zich afvragend wat er ook alweer elk voorjaar gebeurde met hun rustige ochtend in het weekend. Het heeft iets te maken met nachtvorst: zolang dat er nog is gaat hij braaf met ze naar de wedstrijd en hoor je hem amper over die boot, maar als de eerste sneeuwklokjes beginnen te verwelken, dan is het echt aangebroken. Bootjestijd. Een soort voorjaarskrolsheid bij mannen: er valt met hem geen gesprek meer te voeren zonder dat het leidt tot iets over die boot (zelfs als je het wilt hebben over nieuwe gordijnen, draait hij dat naar die minuscule lapjes op de boot) en wil je een afspraak met hem maken dan levert het zorgelijke blikken op, en gemompel waarin je woorden als ‘openingstocht’, ‘woensdagavondzeilen’ en ‘de 24-uurs’ hoort.
De Rat zei het al, in ‘The Wind In The Willows’: “There is simply nothing - absolutely nothing - half so much worth doing as simply messing about in boats.” Nu zou ik tot de conclusie kunnen komen dat mannen ratten zijn. Dat doe ik niet, want het maakt mijzelf ook een rat. Ik ben deze koude voorjaarsdag druk met mijn schuur opruimen. Ja, nu, over een maand is het namelijk weer bootjestijd!