zondag 6 november 2011

Middeleeuwen

Ik ben van 1970. En als u nu van eerder dan 1990 bent, dan heeft u er een pervers genoegen in meteen uit te rekenen dat ik dus 41 ben. Ha! Ik ben van december. Veertig dus.
Ik zal er eerlijk over zijn, dat veertig worden: ik vond het maar niks. "Het leven begint!" verzekerden vriendinnnen me, maar ik koppelde dat vooral aan wat er gezegd wordt over 45 worden. “Dan begint de bevrijding,” en daarmee worden de jaren 40-45 dus de Oorlogsjaren. Niet echt om je op te verheugen?
Maar geen veertig worden was geen optie, dus ik heb het blijmoedig gevierd, en na een maand of tien kan ik oprecht zeggen dat het begint te wennen. Ik vind het ouder worden nog steeds niet leuk. Ik zie nog steeds de charme van mijn rimpels niet, voel me nog steeds persoonlijk beledigd bij spierpijn van dingen die ik vroeger zonder enig probleem deed, en als ik ook maar even de neiging heb een zin te beginnen met 'in mijn tijd...' wil ik mezelf het liefst fysiek slaan. Maar anderzijds heb ik nog geen legitieme redenen ontdekt om de minirok af te zweren, heb soms een bloem in mijn haar en sta nog steeds wel eens te dansen met de stereo op tien. Kortom: dat veertig is minder erg dan het in eerste instantie leek.
Dat ik me soms tien voel, maar in de veertig ben, wordt me gelukkig duidelijk gemaakt door mijn omgeving. Ik heb twee kinderen, die niet veel meer tegen me kunnen zeggen dan 'doe normaaaaaaal, mama'. Mocht ik het lef hebben over mijn standpunten of acties in discussie te gaan, dan stoppen al mijn argumenten met hun repliek: “ja, maar jij ben uit de Middeleeuwen”. Tja. Ik ben uit de tijd dat er nog geen DS bestond , TV soms alleen in zwart wit werd uitgezonden en verveling een integraal onderdeel van het weekend was. Ik ben, als ik die twee moet geloven, dus uit de Middeleeuwen. Ook dat accepteer ik blijmoedig. Wat moet ik anders?
Maar een uurtje of wat geleden werd ik, los van die twee, bruut geconfronteerd met mijn ouderdom. Ik had de naaimachine op tafel gezet. Dat heb ik soms, dan moet er wat met al die ouwe lappen. Nou plan ik dat soort acties bewust al in de weekenden dat mijn kids bij hun vader zijn, want op commentaar als “wat doe jij nou?!?!” en ,”is dat niet een beetje te erg 1960 mama, naaien?”, dat doet niet zoveel voor je creativiteit. Het botvieren van pre-historische crea-bea activiteiten doe ik dus liever als ze er niet zijn. Dat ik mijn dochter een week eerder de Middeleeuwse techniek van breien had aangeleerd staat daar los van, want dat schijnt weer hip te zijn. Het is een kwestie van tijd voor naaien ook weer hip is? Daar hoef je dus niet oud voor te zijn?
Ratatatatatatata, zei de naaimachine, tot er met een grrr tussen de ratatatatata’s een einde kwam aan het ritme. Draad gebroken. Mmm. Oké, even opnieuw inrijgen.

Ik kreeg het draadje niet in de naald.
Ik zag het gaatje gewoon niet.
Mijn ogen wilden maar niet focussen op het veel te kleine oogje van die naald.
Maar ja, ik wilde wel verder. En dat ging niet zonder draad door de naald.

Ik heb mijn lenzen uit gedaan. Ik draag al lenzen sinds ik zestien ben: ik ben bijziend. Met andere woorden: alles binnen een straal van een meter is glashelder. Verder weg geeft problemen, en dat heeft niets met leeftijd te maken. Gewoon bijziend, genen, erfelijk, slechte ogen. Ik plukte de lenzen uit mijn ogen, maakte ze met een beetje spuug nat en legde ze voor me op tafel. Plotseling was het gaatje glashelder, en jaste ik het draadje door het gaatje heen of het een marmot was die door een hoela hoep moest springen. Jippie, het zat weer. Lenzen weer in en door met het project van dienst.

Mijn oma deed dat. Als ze eens een advocaatje kreeg, deed ze haar gebitje uit. "Dat lepelt makkelijker" zei ze dan, en ik gruwelde. Ik was zes en mijn oma was honderd. Mijn oma was uit de Middeleeuwen, in 1975. Net als ik nu.

woensdag 21 september 2011

"Gestopt met sgool. Te druk met zijlen. Oh, wagt, lant in zigt!"

De kop van dit verhaal, wat ik las op Twitter, maakte mij aan het lachen. ‘Zeilmeisje Laura Dekker stopt met school’ stond in de krant, en dit ‘nieuws’ haalde zelfs het journaal. Ja, ‘nieuws’ heb ik bewust tussen aanhalingstekens gezet, om de doodsimpele reden dat ik het meer iets vind voor komkommertijd dan voor de dagen rondom de derde dinsdag in september.
Op Internet heeft iedereen weer een mening over Laura. De kampen zijn verdeeld: enerzijds de groep ‘Zie je wel, dat wilde ze al’ en ‘ze heeft leerplicht en ze moeten haar maar terughalen’, anderzijds de groep ‘ze leert zeilend veel meer dan ooit op school’ en ‘met zoveel initiatief komt deze meid er ook zonder opleiding wel’.
Mijn mening? Mmm, dat is een lastige. Enerzijds vindt ik dat regels en wetten in Nederland voor iedereen moeten gelden. Ook voor Laura, die inderdaad nog leerplichtig is. Anderzijds denk ik dat Laura al best wat wijsheid voorbij haar jaren heeft laten zien. Ja, toen ik voor het eerst hoorde over de plannen van deze dame, dacht ik: “ze is gek”. Dat dacht ik niet omdat ik het zo gek vond dat ze de wereld rond wilde, ik dacht dat omdat ze dat in eerste instantie met haar eerste Guppy wilde doen: een Hurley 800. Nou is dat een prima bootje, maar om daar nou de zeven zeeën mee te bevaren, dat vond ik vragen om moeilijkheden. Voor mij heeft ze wijsheid getoond door dat idee uit haar hoofd te zetten en Guppy II te kopen: een Jeanneau Gin Fizz, dertienplus meter. Kijk, dat zijn de maten, daar kan je nog eens een golfje mee pakken. Gerustgesteld door deze wijze beslissing, heb ik sindsdien niet meer nagedacht over Laura. Denk ik nog steeds niet veel over Laura.

Wist u dat er jaarlijks meer dan 30 duizend kinderen en jongeren voortijdig, dat wil zeggen, zonder startkwalificatie, hun school verlaten? Waarom dan deze ene eigenwijze puber er tussen uit halen en apart benoemen in het journaal? Laura heeft er zelf voor gekozen zich te richten op het overleven op zee, en ze heeft ergens nog wel gelijk ook. Als ik met 40 knopen wind de Pacific over zou moeten steken, zouden mijn prio’s ook niet echt bij het leren van Duitse woordjes liggen.
Voor al die andere kinderen is het vaak veel minder een keuze en veel meer gedwongen door de omstandigheden. Ze hebben leermoeilijkheden, soms ook nog gedragsmoeilijkheden, en een groot deel van deze voortijdige schoolverlaters passen gewoon simpelweg niet in het huidige onderwijssysteem. Voor hen is de kop van dit blog, echt het niveau waarop zij de Nederlandse Taal beheersen. Is er voor hen ook land in zicht?

vrijdag 16 september 2011

bootjestijd

Dan doe je mee aan een schrijfwedstrijd van de Esta. Helemaal blij dat je een eervolle vermelding krijgt. Minder gelukkig met de mededeling dat ze het ingekort hebben...

Hieronder het hele verhaal:

Het is begin maart en hoewel er een ijzige oostenwind staat, is de lucht strak blauw, en kan je je al verbeelden dat het voorjaar er is, mits je maar uit die wind en in de zon blijft. In mijn buitenwijk is het ook zichtbaar: kinderen spelen weer verstoppertje in het plantsoentje, de overbuurman repareert nou eindelijk zijn hekje, waar hij deze winter in de sneeuw tegenaan gegleden is, achter mij hangen maar liefst zes dekbedden buiten te luchten en mijn buurman loopt met dozen en zakken naar zijn auto. “Ga je naar de stort?” is mijn vraag als ik zie welke wonderlijke combinatie van spullen hij aan het inladen is. Het lijkt in niets op de bagage voor de wintersport?
“Ja, nu maar meteen, want over een maand is het weer bootjestijd en dan kan komt er in huis natuurlijk niets meer van terecht” zegt buurman.
Bootjestijd. Dat begint ergens in het voorjaar. Zo rond maart beginnen de eerste al, maar het hoogtepunt is tussen Pasen en Pinksteren. Die boot komt uit de vergetelheid die zo eenvoudig winterberging genoemd wordt, en moet voorzien worden van aangroeiwerende laagjes verf, zonwerende laklaagjes, roestwerende primertjes en vooral: verbeteringetjes ten opzichte van vorig seizoen. Vanaf een week of twee voor Pasen is er elke zaterdag- en zondagochtend een uittocht van mannen richting haventjes door heel Nederland: de boot moet klaar. Opeens staan de moeders weer langs het veld bij de hockey en de voetbal, zich afvragend wat er ook alweer elk voorjaar gebeurde met hun rustige ochtend in het weekend. Het heeft iets te maken met nachtvorst: zolang dat er nog is gaat hij braaf met ze naar de wedstrijd en hoor je hem amper over die boot, maar als de eerste sneeuwklokjes beginnen te verwelken, dan is het echt aangebroken. Bootjestijd. Een soort voorjaarskrolsheid bij mannen: er valt met hem geen gesprek meer te voeren zonder dat het leidt tot iets over die boot (zelfs als je het wilt hebben over nieuwe gordijnen, draait hij dat naar die minuscule lapjes op de boot) en wil je een afspraak met hem maken dan levert het zorgelijke blikken op, en gemompel waarin je woorden als ‘openingstocht’, ‘woensdagavondzeilen’ en ‘de 24-uurs’ hoort.
De Rat zei het al, in ‘The Wind In The Willows’: “There is simply nothing - absolutely nothing - half so much worth doing as simply messing about in boats.” Nu zou ik tot de conclusie kunnen komen dat mannen ratten zijn. Dat doe ik niet, want het maakt mijzelf ook een rat. Ik ben deze koude voorjaarsdag druk met mijn schuur opruimen. Ja, nu, over een maand is het namelijk weer bootjestijd!

dinsdag 16 augustus 2011

De boot van Boris

Het zomernummer van het Arne-blaadje: heeft het dan zin om de lezer te vermoeien met de belevenissen van Diricawl? Neuh. Vooral niet omdat de zomeravond dit jaar weer eens gekenmerkt werd door pech en onhandige acties. Niets nieuws dus, en ik wil u niet vermoeien met een herhaling van eerdere gebeurtenissen. Het is ten slotte zomer, u wilt vast na een dagje varen gewoon iets leuks lezen in die kuip.
Nou lees ik zelf ook graag, dus uw keuze aan kuip-covers; daar wil ik me best even tegenaan bemoeien. Vooral omdat hier mij een ding altijd hogelijk verbaasd: het verschil tussen mannen en vrouwen in de literatuur. En dan heb ik het niet over de schrijvers of de beschrevenen maar over de keuze van mannen en vrouwen: 100 % verschillend.
U kent het tafereel vast: aan het einde van een heerlijke dag, tegen half zes, met een biertje en/of een wijntje gezamenlijk in de kuip, een bakje borrelnootjes onder handbereik, kussens tegen het schot want dat kompas beperkt het lekker zitten anders te veel, en man en vrouw allebei een boek.
Ik sta dan niet raar te kijken als ik een man ontspannen zie bladeren in het ‘boordboek dieselmotoren’. Er is geen vrouw op aarde die dit ziet als lekker leesvoer voor de vakantie, ze leest tenslotte niet voor haar lol een gebruiksaanwijzing, maar daar denken mannen anders over. Lezen? Prima, maar dan wel graag nuttig. Dus dat boordboek, of een 400 pagina’s tellende handleiding van North Sails over wat de optimale zeilvoering is.
Tot zover is er niets aan de hand. Zij haar roman, hij zijn gebruiksaanwijzing: vrede op aarde en in de mensen een welbehagen. Ook in augustus. Maar het wordt jammer als die mannen vervolgens gaan voordragen uit het zojuist gelezen werk, wat ze opvallend vaak doen. “Lief, wist je dat we, als we een beetje meer twist in de bovenkant van het grootzeil varen, we wel een halve knoop harder kunnen lopen?” Alsof zij op die mededeling zit te wachten als ze net in het deel is waarin Dan Brown een tipje van de sluier oplicht over welk symbool gaat leiden naar de oplossing van het in het eerste hoofdstuk geponeerde raadsel. Dus ze gromt wat terug, bij wijze van bevestiging dat ze hem gehoord heeft, en leest verder. In iets werkelijk ontspannends, een dubbele moord, of een eetclub die van intriges aan elkaar lijkt te hangen.
Soms laten mannen zich verleiden door een van de titels in de watersportwinkel. Bootjesverhalen. Vaak reisverslagen, verhalen van Eerde Beulakker over hoe hij naar ‘Koude Kusten’ voer, of andere geheimzinnige titels als ‘De horizon zeilde mee’, (met als opbeurende ondertitel ‘dag na dag’, het telt dan ook een pagina of 400), titels over hoe wij het als nietige mensjes nooit gaan winnen van moedertje natuur (‘Zoute dromen, harde lessen’) of titels die allemaal samen te vatten zijn onder de kop ‘Remi’: men ging immers alleen om de wereld?
Terwijl de heren smullen van deze ervaringen, ben ik vast niet de enige dame die het bij het zien van de kaft al benauwd krijgt. Zelfs een onschuldige titel als ‘Geheimen van het wad’ krijgt iets sinisters als daar een man in Zuidwester met een verrekijker in een donkere nacht als illustratie gekozen is. En dan heb ik nog niet eens de daadwerkelijk enge verhalen genoemd. ‘Overleven op zee’ of andere waargebeurde verhalen over wat er gebeurde nadat de boot naar de kelder ging en er weken, soms zelfs maanden, stuurloos in een vlot op een van de zeven zeeën gedreven is.
Persoonlijk wil ik helemaal niet weten dat mijn boot ook óm zou kunnen gaan, dus vrijwillig verslagen lezen van mensen bij wie exact dat gebeurd is, dat wil ik niet, en al helemaal niet als ik nog twee weken moet op die boot. Als ik net een verhaal heb gelezen over een zinkend schip na een aanvaring met een walvis, dan beschouw ik een bruinvis op de Oosterschelde al als potentieel rompverwoestend materiaal.
Dus om ergernis te voorkomen verzorg ik zelf de boordbibliotheek. Naast de verplichte Almanak komen er alleen maar leuke, onschuldige boeken aan boord. ‘Voettocht door China’, de laatste Grisham, en speciaal voor hem een handleiding:
“Boris Beer wist heel precies, hoor
Hoe je echte boten bouwt
Met een zaag en met een hamer
En een flinke stapel hout” (*)

(*) ‘De boot van Boris’, Dick Bruna. Een aanrader!


maandag 18 juli 2011

Zomer

Nu voor alle scholen de zes weken herfstvakantie begonnen is, is er uitgebreid tijd om naar de radio te luisteren. Zou dat de oorzaak zijn geweest van het feit dat er dan prompt een baken omkiepert: te veel luisteraars?
Hoe dan ook, bij mij staat Radio Twee aan, en daar proberen ze de zomerstemming er in te houden door vrolijke, op een mooi jaargetijde toegesneden, toepasselijke muziek te draaien. Dus terwijl ik mijn boodschappenlijstje volschrijf met worst en boerenkool, luister ik naar de Macarena.

Zojuist hoorde ik een ander oudje voorbijkomen. Rob de Nijs, die iets bezong in de trant dat het zomer leek al was het pas eind mei. Hij beschrijft dus gewoon 2011, want weet u nog hoe mooi het voorjaar was?
Het is niet alsof ik het liedje voor het eerst hoor, en toch is het alsof ik het voor het eerst hoor. Wat een ranzig liedje eigenlijk: de complete ontmaagding van een jonge vent in vier minuten. (Dat schijnt nog lang te zijn voor een eerste keer, maar dat is weer een ander verhaal.) Ik luister alsof ik het voor het eerst hoor. Wat een rare jongen was dat. Zestien, vrienden komen langs maar hij wilde over het strand wandelen, in zijn uppie? Dat is dan toch geen normale 16-jarige?
‘Je riep me met je ogen…’ Wow. Iemand met je ogen wenken, dat ken ik, maar roepen met je ogen? . ‘Je droeg niet anders dan je lange blonde haar’? Wat deed dat mens naakt op het strand? Trouwens, moet Sjaak Bral ook niet eens in actie komen tegen deze vorm van pedofilie? Want hij was 16, en zij was 28! Is dat niet verboden? Oké, het zal maatschappelijk in deze vorm wat meer geaccepteerd zijn, maar laten we wel zijn; deze mevrouw was gewoon bezig een puber te verleiden. Als het andersom zou zijn geweest, hadden we er met zijn allen schande van gesproken. Ze wist ook prima dat het eigenlijk niet kon, het is niet alsof hij volwassen leek. Ze zegt het zelf: ‘Je bent zo jong nog en weet niet wat te doen’, en dan het eufemistische ‘de nacht zal het je leren’: is ze nou helemaal gek geworden? Niks de nacht, zij, zij was degene met plannen met deze jonge knaap! Ja, dat hij wel wilde: begrijpelijk. Wel eens een jongen van zestien meegemaakt? Hormonen regeren. Dus dat hij dan een soort van verbaasd zingt: ‘en ik begreep wat jij me wilde zeggen’: ja, het is ook nogal duidelijk he. Loop je daar over het strand, kom je een naakte vrouw tegen, die je met je ogen roept: wat ze wil zeggen heeft helemaal niets met woorden te maken hoor. Je was dan misschien geen kind meer, maar dat had zelfs een kind begrepen?

Gelukkig is het na vier minuten klaar, en wordt Rob afgelost door Cindy Lauper. Girls just wanna have fun. Mmm. Hetzelfde onderwerp? Dat wilde die dame van net ook, met een joch van zestien. De heks!

zaterdag 21 mei 2011

sint

--- OPEN BRIEF -----


Geachte heer Rutte,

Omdat er geen ministerie van feestdagen bestaat (een omissie naar mijn mening, gezien het feit dat Nederlanders pas echt verbroederen als we ons collectief mogen hullen in een kleur die niemand goed staat, maar uitsluitend gekozen is vanwege e de achternaam van een selecte groep die onze voorouders als leiders hebben gekozen, maar dat is een ander betoog) richt ik me tot u: zaterdagavond om 19 uur 50 is de wereld (wel degelijk) vergaan voor een groot deel van de Nederlandse bevolking. U hebt dit wellicht gemist, gezien uw andere werkzaamheden, maar gezien het feit dat het hier gaat om een zaak van nationaal belang wil ik het toch onder uw aandacht brengen: Sinterklaas.

De weledele heer van der Vlugt heeft de afgelopen 25 jaar deze, in Spanje woonachtige, ooit naar Nederland geëmigreerde, Turk, met raad en daad bijgestaan, in een zodanige mate dat hij voor meerdere generaties het beeld is geweest voor de feestelijkheden rondom een Heerlijk Avondje. Echter, vanavond werd bekend gemaakt dat hij hiermee stopt, en Sint zal in het vervolg ondersteund worden door een 44 jarige die naar horen zeggen furore heeft gemaakt als Cyrano de Bergerac.

Hoewel ik best begrijp dat er overeenkomsten zijn tussen de goedheiligman en een operettefiguur, heb ik, en met mij velen, hier toch ernstige bezwaren tegen.

Hoewel de heer van der Vlugt uiteraard het recht heeft zijn banden met Klaas te verbreken ( ja, ik mag Klaas zeggen, ik ken hem al veertig jaar), wil ik toch een appèl doen aan u om te proberen de heet van der Vlugt op andere gedachten te brengen. Enige pressie van uw kant zou ik u aanraden. Zo zou u kunnen dreigen Spanje uit de Eurozone te zetten, zij bieden immers onderdak aan deze immigrant die schaamteloos vier weken in Nederland alle aandacht op eist, wat uitsluitend tolerabel is indien Bram hem hierin blijft ondersteunen, verder denk ik aan maatregelen vanuit de minister van Financiën, daar deze actie van de heer van der Vlugt een negatieve invloed zal hebben op de geleuvigen, en daardoor een directe negatief gevolg zal hebben voor de omzetten van bepaalde branches komende december. En omdat het gaat om geleuvigen wil meneer Rouwvoet misschien ook zijn politieke inzet weer eens tonen?

Mocht u echter niets kunnen veranderen aan de beslissing van de heer van der Vlugt, dan stel ik voor dat u hem onmiddellijk ronselt voor de volgende verkiezingsronde: deze man is overtuigend, praat in begrijpelijke taal, heeft humor, is goed georganiseerd en aangezien heel Nederland hem gelooft, durf ik zelfs voor te stellen dat u hem de lijsttrekkerrol, en daarmee het volgende premierschap toebedeelt.

Meneer Rutte: doe hier iets aan!

Een gelovige.

woensdag 18 mei 2011

macaroni met kaas

Waarom doen die banken zo moeilijk tegenwoordig? Het is heel gemakkelijk om te roepen dat het de schuld is van Dirk Scheringa. Dat was de man die aan mensen die helemaal geen hypotheek konden betalen, toch hypotheken verstrekte. Hij vertrouwde vermoedelijk op de Nederlandse Calvinistische moraal, dat je gemaakte schulden moet terug betalen ook al houdt het in dat je weken op macaroni met kaas moet leven. Ik praat niet goed wat Scheringa deed, hij heeft heel veel mensen met schulden opgezadeld waar ze nooit meer vanaf komen, maar helemaal fout vindt ik hem ook niet. Hij was bereid bij zijn klanten verder te kijken dan alleen de loonstrook, en daar is ook wel wat voor te zeggen.

Blijft het feit dat de banken na het gevalletje Ice Save, het failliet van de DSB en de privatisering van een aantal grote jongens, een stuk voorzichtiger zijn met het uitlenen van centjes. Deels is dat niet eens hun eigen verzinsel geweest. Toen de zeepbel uiteen spatte, heeft de overheid de regels voor het bankwezen aangescherpt. De solvabiliteit moest omhoog, dekkingspercentages moesten hoger. In het Nederlands: voor elke euro die de bank uitleent, moeten ze nu meer geld op de eigen rekening hebben staan dan vroeger. Ja, dat is even schrikken. Als je eerst voor elke euro die je wilde uitlenen maar tien cent op je eigen rekening moest hebben, en dat wordt dan van hogerhand opeens 25 cent, dan heb je als bank maar weinig keuze. Dan kan je maar een ding doen en dat is de binnenkomende spaarcenten niet meer uitlenen. Met als gevolg dat u, als u nu binnenstapt voor een hypotheek, niet meer kan verklaren dat u bereid bent op macaroni met kaas te leven, maar dat u zelf centjes mee moet nemen. Want dat huis willen ze nog wel financieren, die bakstenen zijn niet morgen niets meer waard, maar de 6 procent overdrachtsbelasting en de kosten van de notaris; dat gaat in rook op en dat willen ze u dus niet meer geven. En dan hebben we het nog niet eens over die keuken die u wilt plaatsen en die de volgende bewoner onmiddellijk vervangt.

De gevolgen lezen we dagelijks in de krant. De huizenmarkt ligt op zijn gat, ondernemers klagen steen en been dat de banken niet meer meedenken, en starters op de woningmarkt kunnen het helemaal wel schudden. Omdat er geen huizen verkocht worden, staat er een enorme druk op de huursector, bouwbedrijven zijn opgehouden met bouwen want het wordt toch niet verkocht, en zelfs de Polen hebben er last van, want al die medewerkers uit de bouw voor wie geen werk meer was, beginnen massaal als ZZP-er.

Boos worden op de banken heeft geen zin. Don’t blame the messenger, ze doen ook maar gewoon wat hen verteld wordt. Ook niet boos worden op de overheid. Ze hebben eigenlijk gelijk. We hebben met zijn allen jaren boven onze stand geleefd. Tijd om een poosje op macaroni met kaas te leven.